Protocol Kinkhoest

Protocol Kinkhoest

Kinkhoest, veroorzaakt door de Bordetella pertussis bacterie, leidt tot ernstige hoestbuien en kan vooral gevaarlijk zijn voor niet- of onvolledig gevaccineerde zuigelingen onder één jaar oud. De infectie, vaak aangeduid als de ‘100-dagenhoest’, verspreidt zich via druppelinfectie en heeft een incubatietijd van meestal 7-10 dagen.

Bo Geboortezorg benadrukt het belang van preventieve acties. Aanvullend op het bestaande advies, moedigt Bo alle leden aan om regelmatig de actuele informatie en aanbevelingen te controleren via de RIVM websites voor kinkhoest (en mazelen). Onderstaande is in lijn met het protocol Kinkhoest van het KCKZ.

Werknemer met vastgestelde Kinkhoest:

  • De werknemer meldt dit direct bij de werkgever en de huisarts (deze heeft registratie- en meldingsplicht en zal adviezen ten aanzien van het hele gezin geven. Daarnaast doet de huisarts eventueel bron- en contactonderzoek). Een ZZP’er overlegt met de GGD en/of huisarts.

  • De werknemer is besmettelijk vanaf het begin van de gewone (neus)verkoudheid/malaisegevoel tot ongeveer 3 weken na het begin van de hoestbuien (Heymann, 2008). In totaal gaat het om maximaal 5 weken.

  • Door antibioticatherapie wordt de besmettelijke periode teruggebracht tot 5-7 dagen na de start van de behandeling met antibiotica.

  • De werknemer mag niet werken tijdens de besmettelijke periode en tot tenminste de typische hoest over is gegaan in losse hoest.

  • De werkgever licht de gezinnen waar de kraamverzorgende heeft gewerkt, vanaf twee weken voor de start van typische hoestbuien tot het einde van de besmettelijke periode, in. Omdat Postexpositieprofylaxe is geïndiceerd voor alle gezinsleden van de kraamgezinnen. Uitzondering is als de moeder een maternale kinkhoestvaccinatie heeft gekregen tussen 13 weken zwangerschap en 14 dagen voor de bevalling, omdat de pasgeborene dan voldoende beschermd is.

  • De werkgever meldt infectie bij de regionale GGD voor eventueel contactonderzoek. De GGD meldt anoniem conform de Wet publieke gezondheid en levert gegevens voor de landelijke surveillance van meldingsplichtige ziekten.

Gezinsleden van werknemer met vastgestelde Kinkhoest:

  • Als er sprake is van kinkhoest bij jouw privé gezinsleden, overleg je met je werkgever en huisarts. Al dan niet in overleg met de bedrijfsarts adviseert de werkgever over het vervolg van je werkzaamheden.

  • LET OP: Huisartsen testen in de basis geen mensen zonder klachten op kinkhoest. Zorg dus dat je een medewerker goed instrueert, zodat deze aan de huisarts kan uitleggen waarom het van belang is eventueel toch getest te worden.

Wanneer er kinkhoest is vastgesteld in het kraamgezin:

  • Werkt de werknemer volgens het protocol Kinkhoest en hygiënisch werken van KCKZ.

  • Wordt er geadviseerd alle gezinsleden van het kraamgezin te behandelen om de pasgeborene te beschermen.

  • Laat de werknemer zich bij klachten testen op Kinkhoest.

  • Wordt hoesthygiëne uitgelegd. Hoesten in de ellenboog. Handhygiëne na hoesten en voor contact met anderen. Weghoesten van derden.

  • Hoestende- en niezende personen dienen contact met de pasgeborene te vermijden.

De gezondheidsraad adviseert dat werknemers die in direct contact komen met jonge kinderen door hun werkgever – periodiek herhaalde – vaccinatie tegen kinkhoest aangeboden moeten krijgen. Dit geldt voor mensen die werken in het ziekenhuis (bijvoorbeeld op de afdelingen pediatrie, neonatologie of spoedeisende hulp), maar ook voor werknemers in de kraamzorg. Het hele advies kun je teruglezen op de website van de gezondheidsraad.